Een nieuwe dag!

's morgens vroeg, half zeven,
het is koud als ik uit bed kom.
Snel pak ik mijn duster, 'k sta te beven,
Ik kijk in de spiegel, een nieuwe dag... wederom.

Beneden hoor ik het getrippel van hondenpoten,
Onrustig gaan ze heen en weer.
Ik hoor water kolken in de dakgoten,
Het regent weer, voor de zoveelste keer.

Het trippelen beneden gaat over in onrustig piepen,
Het duurt ze weer eens te lang.
Wat ik aan zal doen, daar hoef ik mijzelf niet in te verdiepen,
De regenjassen hangen klaar in de gang.

Slaperig loop ik de trap af,
Het gepiep gaat nu over in zacht geblaf.
Als ik daarna de kamerdeur open doe,
Komen ze als bezetene naar me toe.

De een springt 1.20 hoog,
De ander loopt rond de tafel met een grote boog.
Ik zak door mijn knieën om ze aan te halen,
Het is rotweer, ja, en dat is balen.

Maar als ik zo enthousiast word begroet,
Dan denk ik met een lach,
dit is weer een nieuwe dag,
Die honden maken telkens weer zoveel goed.